De geamortiseerde kostprijs is een waarderingsmethodiek voor o.a. leningen. De geamortiseerde kostprijs is bijvoorbeeld van toepassing wanneer de marktrente afwijkt van de couponrente of wanneer er afsluitkosten van toepassing zijn.
In dit artikel gaan we nader in op de geamortiseerde kostprijs en geven we ook een voorbeeld in Excel voor het berekenen van de journaalposten over de looptijd van de lening.
Wat is de geamortiseerde kostprijs?
De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waarvoor een financieel actief of een financiële verplichting bij de eerste verwerking in de balans wordt opgenomen, verminderd met aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve rente-methode bepaalde cumulatieve amortisatie van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag en verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening) wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid.
De geamortiseerde kostprijs is bijvoorbeeld van toepassing bij afsluitkosten die met een nieuwe lening gepaard gaan. Als de afsluitkosten 1% van de aan te trekken financiering bedragen, is het boekhoudkundig niet juist deze kosten bij aanvang in de winst- en verliesrekening te nemen. Om deze reden vindt bij de geamortiseerde kostprijs een amortisatie via de effectieve rente-methode over de looptijd van de financiering plaats.
Voorbeeld geamortiseerde kostprijs
De geamortiseerde kostprijs en de amortisatie over de looptijd wordt mede bepaald door de effectieve rente
Effectieve rente
De effectieve rente-methode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of een financiële verplichting (of een groep van financiële activa of financiële verplichtingen) en voor het toerekenen van rentebaten en rentelasten aan de desbetreffende periode op basis van de effectieve rentevoet.
De effectieve rente is de rentevoet die, wanneer gebruikt om de verwachte kasstromen te verdisconteren, gelijk is aan de nominale waarde van de lening.
Bij de berekening van de effectieve rentevoet maakt de rechtspersoon een schatting van de kasstromen, waarbij rekening wordt gehouden met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (bijvoorbeeld vooruitbetaling, vervroegde aflossing en andere opties), maar niet met toekomstige kredietverliezen.
Voorbeeld effectieve rente
Een onderneming heeft op 1 januari 2022 een driejarige € 1.000.000 obligatielening uitgegeven met een jaarlijkse coupon van 8% (wat tevens de marktrente is).
De transactiekosten bedragen € 10.000.
De kostprijs van € 990.000 (de reële waarde opbrengst van de lening verminderd met de transactiekosten) is de eerste waardering van deze obligatielening. Deze kostprijs (eerste waardering) zal over de resterende looptijd aangroeien tot het aflossingsbedrag van € 1.000.000.
Op basis van de kasstromen wordt de interne rentevoet (ook wel internal rate of return, IRR genoemd) of effectieve rente berekend door middel van de volgende formule:
-990.000 + 80.000/(1 + r)^1 + 80.000/(1 + r)^2 + 80.000/(1 + r)^3 + 1.000.000/(1 + r)^3 = 0
Oplossen voor r levert een effectieve rente van 8,3994% op.
Voorbeeld amortisatie
Nu de effectieve rente bekend is, kan de jaarlijkse amortisatie berekend worden.
Jaarlijks wordt in de winst- en verliesrekening de rente opgenomen die volgt uit de som boekwaarde lening begin boekjaar x de effectieve rente.
Daar de effectieve rente in de berekening hoger is dan de couponrente, ontstaat er een verschil tussen de rentelast in de winst- en verliesrekening en de betaalde rente. Dit verschil betreft de amortisatie die ervoor zorgt dat de lening bij einde looptijd gelijk is aan de nominale waarde.
Per periode volgen dan de volgende boekingen (bij een schuld)
- Interestkosten (W&V) (boekwaarde lening begin boekjaar * effectieve rentevoet)
- @ Couponafrekening bank (B) (nominale waarde lening * couponrente)
- @ Amortisatie schuld (B) (verschil boeking interestkosten en Couponafrekening)
Voorbeeld journaalposten geamortiseerde kostprijs
Uit ons voorbeeld volgen de volgende journaalposten:
Bank 989.781 (reële waarde)
@ Schuld 989.781
Jaar 1
Interestkosten 83.136 (989.781 * effectieve rente van 8,3994%)
@ Bank 80.000 (couponrente van 8% op 1.000.000 nominaal)
@ Schuld 3.136 (verschil tussen rentekosten en betaling bank)
Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 1 989.781 + 3.136 = 992.917
Jaar 2
Interestkosten 83.399 (992.917 * effectieve rente van 8,3994%)
@ Bank 80.000
@ Schuld 3.399
Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 2 992.917 + 3.399 = 996.316
Jaar 3
Interestkosten 83.684 (996.316 * effectieve rente van 8,3994%)
@ Bank 80.000
@ Schuld 3.684
Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 3 996.316 + 3.684 = 1.000.000
Eind jaar 3 wordt de schuld afgelost. Via de amortisatie is het verschil over de drie jaar verwerkt in de administratie (i.p.v. bij aanvang in de winst- en verliesrekening).