Telefoon 076-3690174
Full 1
CNOOP | M&A - Corporate Finance
Fusies, overnames en financieringen voor het MKB


Boekhoudkundige verwerking van afsluitprovisie


Bij het aangaan van een nieuwe lening berekenen financiers vaak afsluitprovisie. Vanuit de praktijk merken wij dat de boekhoudkundige verwerking hiervan vragen oplevert. Om deze reden behandelt dit artikel de boekhoudkundige verwerking van afsluitprovisie.

Voorbeeld

Een onderneming vraagt een driejarige lening aan van nominaal € 1.000.000. Een financier is bereid de lening te verstrekken. In de leningsvoorwaarden is een vaste rente van 5% en een afsluitprovisie van 2% overeengekomen. Per einde looptijd wordt de lening in één keer afgelost. De ondernemer gebruikt de lening voor reguliere investeringen in de eigen business.

Uitwerking waardering

De ondernemer dient de lening te waarderen tegen geamortiseerde kostprijs. Dit houdt onder andere in dat de afsluitprovisie onderdeel gaat uitmaken van de waardering van de lening (de afsluitprovisie wordt dus niet bij het aangaan van de lening als kosten verwerkt).

Via de effectieve rentemethode wordt de effectieve rentevoet berekend. De effectieve rentevoet is het rentepercentage dat ervoor zorgt dat de lening bij einde looptijd oprent tot nominale waarde. Hierbij wordt rekening gehouden met de reguliere betalingen van de couponrente.

De rentelast in de winst- en verliesrekening wordt jaarlijks berekend door de boekwaarde van de lening aan het begin van het boekjaar te vermenigvuldigen met de effectieve rentevoet.

Het verschil tussen de rentebetalingen en de rentelast als berekend met de effectieve rentevoet betreft de oprenting van de lening. Doordat de rentelast hoger is dan de werkelijk couponrentebetalingen, worden de kosten als gevolg van de afsluitprovisie over de looptijd van de lening als kosten in de administratie verantwoord (in plaats van alle kosten bij aangaan van de lening, wat niet strookt met het matchingprincipe).

Uitwerking boekhoudkundige verwerking

Lening minus de afsluitprovisie € 1.000.000 – € 20.000 = € 980.000.

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat de couponrente van 5% gelijk is aan de marktrente.

Couponrente per jaar: € 1.000.000 * 5% = € 50.000

Berekenen effectieve rentevoet:

€ -980.000 = € 50.000/(?^1) + € 50.000/(?^2) + € 50.000/(?^3).

Oplossen voor ? levert 1,057447 en dus een effectieve rentevoet van 5,7447% op (hoger dan de 5% couponrente, wat betekent dat de rentelast in de administratie jaarlijks hoger wordt dan de couponrente.).

Ontvangst lening

Bank 980.000 (lening minus de afsluitprovisie)

@ Schuld 980.000

Jaar 1

Rentekosten 56.297,94 (980.000 * effectieve rente van 5,7447%)

@ Bank 50.000 (couponrente van 5% op 1.000.000 nominaal)

@ Schuld 6.297,94 (verschil tussen rentekosten en betaling bank)

Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 1 980.000 + 6.297,94 = 986.297,94

Jaar 2

Rentekosten 56.659,74 (986.297,94 * effectieve rente van 5,7447%)

@ Bank 50.000

@ Schuld 6.659,74

Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 2 986.297,94 + 6.659,74 = 992.957,68

Jaar 3

Rentekosten 57.042,32 (992.957,68 * effectieve rente van 5,7447%)

@ Bank 50.000

@ Schuld 7.042,32

Hierdoor bedraagt de schuld eind jaar 3 992.957,68 + 7.042,32 = 1.000.000

Eind jaar 3 wordt de schuld afgelost. De schuld bedraagt nominaal 1.000.000. Via de amortisatie zijn de transactiekosten over de drie jaar verwerkt in de administratie. De journaalpost voor de aflossing is:

Schuld 1.000.000

@ Bank 1.000.000