Telefoon 076-3690174
Full 1
Fusies, overnames en financieringen


Toelichting van langlopende schulden in de jaarrekening


Bedrijven trekken langlopende schulden aan om bijvoorbeeld organisch of via acquisities te groeien. Het hebben van langlopende schulden gaat gepaard met toelichtingvereisten in de jaarrekening. Dit artikel gaat in de op deze toelichtingvereisten.

Schulden zijn bestaande en vaststaande verplichting, die gewoonlijk door betaling worden afgewikkeld. Langlopende schulden zijn schulden die niet in het komende jaar worden afgewikkeld.

Artikel 2:375 BW

Artikel 2:375 BW vermeldt de vereisten van toelichting van langlopende schulden in de jaarrekening. Samengevat worden de volgende punten in artikel 2:375 BW genoemd:

  1. Lid 1. Op basis van de aard van de schulden worden de schulden afzonderlijk verantwoord;
  2. Lid 2. Per schuld wordt de resterende looptijd getoond. De onderverdeling is <1 jaar, >1 jaar en <5 jaar en > 5 jaar;
  3. Lid 3. Financiers vragen dikwijls om zekerheden. In de jaarrekening wordt toegelicht voor welke schulden zakelijke zekerheid zijn gesteld en in welke vorm dat plaats heeft gevonden. Het gedeelte “ten aanzien van welke schulden de rechtspersoon zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren of niet bezwaren van goederen” gaat bijvoorbeeld over een positieve hypotheekclausule (toezegging tot hypotheekverlening) of de paripassuclausule (bijzondere leningsvoorwaarden als het inhouden van de hypotheek als zich bijzondere omstandigheden voordoen);
  4. Lid 4. Als bepaalde schulden in rang zijn achtergesteld, wordt toegelicht wat de aard van deze achterstelling is;
  5. Lid 5. Gaat over de situatie wanneer het ontvangen bedrag lager is dan de aflossingsverplichting en de regels omtrent het activeren van het verschil. Disagio dient afzonderlijk te worden toegelicht. Ook dient te methode van hoe disagio berekend wordt te worden toegelicht (2:386 lid 2 BW: “De methoden volgens welke de afschrijvingen zijn berekend, worden in de toelichting uiteengezet.”);
  6. Lid 6. Het verdient de voorkeur het bedrag dat komend jaar afgelost dient te worden te verantwoorden onder de aflossingsverplichting bij de kortlopende schulden. Gebeurt dit niet en is de aflossingsverplichting komend jaar dus nog verantwoord onder de langlopende schulden, dan is toelichting van de aflossingsverplichting vereist;
  7. Lid 7. Bij converteerbare leningen dienen de voorwaarden voor conversie toegelicht te worden;

Aanvullende toelichtingsvereisten

In aanvulling op artikel 2:375 BW gelden aanvullende toelichtingsvereisten.

  1. Voor iedere groep van langlopende schulden (volgend uit lid 1 van artikel 375 BW) wordt een mutatieoverzicht opgenomen. Dit geldt ook voor verplichtingen uit hoofde van financial leases. In het mutatieoverzicht is voorts aangegeven welk deel van de langlopende schuld kortlopend is (RJ 254 artikel 408A). Zie voor een voorbeeld van een mutatieoverzicht onderaan dit artikel;
  2. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling en de voorwaarden van financiële instrumenten;
  3. De rentevoet per schuldgroep dient te worden toegelicht. Dit kan bijvoorbeeld in het mutatieoverzicht;
  4. Nadering van of niet voldoen aan de bankconvenanten, een toelichting hoe de ratio’s behorende bij de bankconvenanten worden berekend en de bijbehorende voorwaarden ten aanzien van de eventuele opeisbaarheid van de schuld;
  5. Additionele toelichtingsvereisten zijn mogelijk bij bijvoorbeeld financiële instrumenten, hedge-accounting, rente- en kasstroomrisico’s, reële waarde etc.
  6. Afhankelijk van de grootte van de onderneming kunnen vrijstellingen gelden.

Artikel 2:375 BW

  1. Onder de schulden worden afzonderlijk opgenomen:
    1. obligatieleningen, pandbrieven en andere leningen met afzonderlijke vermelding van de converteerbare leningen;
    2. schulden aan banken;
    3. ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen voor zover niet reeds op actiefposten in mindering gebracht;
    4. schulden aan leveranciers en handelskredieten;
    5. te betalen wissels en cheques;
    6. schulden aan groepsmaatschappijen;
    7. schulden aan rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben in de rechtspersoon of waarin de rechtspersoon een deelneming heeft, voor zover niet reeds onder f vermeld;
    8. schulden ter zake van belastingen en premiën van sociale verzekering;
    9. schulden ter zake van pensioenen;
    10. overige schulden.
  2. Bij elke in lid 1 vermelde groep van schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan een jaar, met aanduiding van de rentevoet daarover. Voor het totaal van de in lid 1 vermelde schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan vijf jaar.
  3. Voor het totaal van de in lid 1 genoemde groepen, wordt aangegeven voor welke schulden zakelijke zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is geschied. Voorts wordt medegedeeld ten aanzien van welke schulden de rechtspersoon zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren of niet bezwaren van goederen, voor zover dat noodzakelijk is voor het verschaffen van het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht.
  4. Aangegeven wordt tot welk bedrag schulden in rang zijn achtergesteld bij de andere schulden; de aard van deze achterstelling wordt toegelicht.
  5. Is het bedrag waarmee de schuld moet worden afgelost hoger dan het ontvangen bedrag, dan mag het verschil, mits afzonderlijk vermeld, uiterlijk tot de aflossing worden geactiveerd.
  6. Het bedrag wordt vermeld dat de rechtspersoon op leningen die zijn opgenomen onder de schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar, moet aflossen tijdens het boekjaar, volgend op dat waarop de jaarrekening betrekking heeft.
  7. Bij converteerbare leningen worden de voorwaarden van conversie medegedeeld.

Voorbeeld van een mutatieoverzicht

Een mutatieoverzicht toont per in artikel 2:375 lid 1 BW bedoelde schuldgroep de volgende mutaties:

Beginstand boekjaar
+ Nieuwe financiering
– Aflossing
+- Oprenting / amortisatie
+ Bij overname verkregen schulden
– Bij afstoting vervreemde schulden
+- Verschillen uit omrekening vreemde valuta
+- overige waardeveranderingen
Eindstand boekjaar

Waarvan looptijd

< 1 jaar
> 1 jaar en < 5 jaar
> 5 jaar

En de bijbehorende rentevoet