Telefoon 076-3690174
Full 1
CNOOP | M&A - Corporate Finance
Fusies, overnames en financieringen voor het MKB


Kwijtschelden van een lening


Bij het aangaan van een lening heerst de verwachting dat de bijbehorende rente en aflossing conform de voorwaarden plaats kunnen vinden. Helaas kan het door omstandigheden voorkomen dat terugbetaling niet tot de mogelijkheden behoort. Een van de mogelijkheden om hiermee om te gaan is het kwijtschelden van (een deel van) de lening.

Het kwijtschelden van een lening resulteert voor de schuldeiser in een last (deze krijgt immers een deel van de lening niet retour) en voor de schuldenaar in een baat (deze hoeft immers een deel van de lening niet meer af te lossen).

Finale kwijting

Vaak wordt met een aanbod van de schuldenaar aan de schuldeiser tegen finale kwijting kwijtschelding van een lening overeengekomen. Schuldeiser en schuldenaar komen dan bijvoorbeeld overeen dat 20% van de uitstaande som direct afgelost wordt en dat voor het restant over en weer niets meer van elkaar tegoed of te vorderen is. Op finale kwijting kan op een later moment niet teruggekomen worden.

Kwijtschelding van een lening tegen finale kwijting resulteert bijvoorbeeld in de volgende boekingen:

Schuldenaar

Lening (B) 1.000.000 euro

Aan Liquide middelen (B) 200.000 euro

Aan bijzondere baat (W&V) 800.000 euro

Schuldeiser

Liquide middelen (B) 200.000 euro

Bijzondere last (W&V) 800.000 euro

Aan Lening (B) 1.000.000 euro

Belasting

De belastingdienst erkent dat het in bepaalde gevallen niet wenselijk is om de bijzondere baat bij de schuldenaar te belasten. Dit is voornamelijk het geval wanneer het kwijtschelden van de schuld de enige zakelijke optie is. Om deze reden is de kwijtscheldingswinstvrijstelling geïntroduceerd.

Kwijtscheldingswinst in de IB

Valt de kwijtscheldingswinst in de IB (bijvoorbeeld bij een eenmanszaak), dan is deze onder de volgende voorwaarden vrijgesteld:

  • De schuld is niet te innen, bijvoorbeeld door een (dreigend) faillissement.
  • Van de winst die is behaald met de kwijtschelding is alleen het deel vrijgesteld dat hoger is dan de te verrekenen verliezen uit werk en woning van voorgaande jaren en het verlies uit werk en woning over het lopende jaar. Verliezen in de jaren die volgen op het jaar van de kwijtschelding, verkleinen het vrijgestelde bedrag niet.

Artikel 3.13 lid 1 a Wet inkomstenbelasting 2001

Tot de winst behoren niet:

  • voordelen verkregen door het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers, voorzover de voordelen de som van het verlies uit werk en woning dat overigens mocht zijn geleden en de volgens afdeling 3.13 te verrekenen verliezen uit het verleden overtreffen; met prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten wordt gelijkgesteld het niet afdwingbaar worden van een vordering ingevolge artikel 358 van de Faillissementswet;

Voorbeeld kwijtscheldingswinst in de IB

De eenmanszaak van Piet heeft een schuld van 100.000 euro aan Jan. De eenmanszaak van Piet heeft te maken met tegenslag. Het innen van de schuld zou resulteren in een faillissement. Jan ziet de zakelijke noodzaak en besluit de schuld kwijt te schelden. Jan wordt hiermee geconfronteerd met een last van 100.000 euro en Piet met een kwijtscheldingswinst van 100.000 euro. Deze kwijtscheldingswinst valt voor Piet onder de winst uit onderneming. Voor het gedeelte dat Piet geen verlies uit werk en woning uit eerdere jaren heeft, is de kwijtscheldingswinst vrijgesteld. Staan er nog wel verliezen uit werk en woning uit eerdere jaren, dan wordt de kwijtscheldingswinst eerst verrekend tot het saldo aan verliezen uit werk en woning nihil bedraagt (anders is volgens de Fiscus sprake van een dubbel voordeel). Het meerdere valt vervolgens onder de kwijtscheldingswinst.

Kwijtscheldingswinst in de VpB

Artikel 8 lid 1 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 koppelt artikel 3.13 eerste lid onderdeel a van de IB. Dit betekent dat de kwijtscheldingswinst ook in de VpB van toepassing is.

Artikel 8 lid 1 Wet op de vennootschapsbelasting 1969

1.De winst wordt opgevat en bepaald op de voet van de artikelen 3.8, 3.11 en 3.12, 3.13, eerste lid, onderdelen a, g, h en i, 3.14, eerste lid, onderdelen b tot en met h, en tweede tot en met vijfde lid, 3.21 tot en met 3.30, 3.30a, eerste tot en met zevende lid, 3.31 tot en met 3.54, 3.55 tot en met 3.57, 10.10, 10a.2 en 10a.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij voor ondernemer wordt gelezen belastingplichtige.

Voorbeeld kwijtscheldingswinst in de VpB

De BV van Piet heeft een schuld van 100.000 euro aan Jan. Het innen van de schuld zou resulteren in een faillissement. Jan ziet de zakelijke noodzaak en besluit de schuld kwijt te schelden. De verrekenbare verliezen van de BV bedragen 25.000 euro. Voor het voorbeeld bedraagt het jaarresultaat 0 euro.

Kwijtscheldingswinst  € 100.000

Te verrekenen verliezen € -25.000

Kwijtscheldingswinstvrijstelling € 75.000

Belastbare winst € 25.000  (kwijtscheldingswinst minus de kwijtscheldingswinstvrijstelling)

Te verrekenen verliezen € -25.000

Belastbaar bedrag € 0